Dr. Edwin Timmers
Geboren: 26 november 1944 te Rotterdam.
Beroepsloopbaan. Van 1968 tot en met 1972 volgde ik de opleiding tot vakleraar Lichamelijke Opvoeding aan de Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding (HALO). Van 1972 tot medio 1984 was ik leraar Lichamelijke Opvoeding in het voortgezet onderwijs aan een scholengemeenschap voor MAVO, HAVO en VWO in Harderwijk. Later 'RSG 't Slingerbos'.
Na pedagogiek MO-A studeerde ik van 1976 tot 1980 Pedagogiek-Onderwijskunde met als bijvak Gymnologie aan de Rijksuniversiteit van Utrecht.
Van 1984 tot en met 2006 was ik verbonden aan de Groningse Academie voor Lichamelijke Opvoeding (GALO). In verschillende functies: conrector, onderwijscoördinator, afdelingsdirecteur, docent spel én bewegingsdidactiek, onderwijs- en vakdidactisch ontwikkelaar-onderzoeker. De ALO van toen is nu: 'Instituut voor Sportstudies' en is een van de opleidingen aan de Hanzehogeschool Groningen. In 2004 promoveerde ik aan de Universiteit van Tilburg met als onderwerp ‘Krachtig opleiden van vakdocenten bewegingsonderwijs’. Mijn promotor was prof. dr. Paul de Knop.
Zowel tijdens mijn periode in het voortgezet onderwijs als op de ALO heb ik samen met vele vakcollega’s en vakgroepen LO werkplannen en leermaterialen voor LO en (spel)sporten voor de basketbal- en voetbaljeugd ontworpen. In ontwikkelingsonderzoeken zijn ze op toepassing en resultaat onderzocht. Op basis hiervan zijn vele artikelen in vakbladen en internationale (vak)tijdschriften geschreven en vele lezingen en nascholingen gegeven. Gedurende 24 jaar was ik in die tijd ook redactielid van de ‘Lichamelijke Opvoeding’/KVLO, de landelijke vakorganisatie. Mijn beroepsloopbaan heb ik afgesloten aan de Universiteit van Gent. Van 1999 tot en met 2009 lag het accent op 'Actief leren onderwijzen' zowel ten behoeve van de opleiding van vakleraren als die van vakcollega's in de school en bij de jeugd in sportverenigingen.
Vanaf 2009 stond de praktische én theoretische ontwikkeling van de actieve leefstijl van 55-plussers centraal en heb ik de site www.oldaction.nl opgezet. Actief (be)leven, sporten en ontwikkelen was in mijn ogen een logisch vervolg op de eerdere projecten.
Praktijkervaring. Voetbal, judo, honkbal en atletiek zijn lange tijd, naast wandelen (Vierdaagse van Nijmegen), zwemmen, mountainbiken en hardlopen, mijn meest favoriete sportvormen geweest. Als trainer-coach functioneerde ik vele jaren bij voetbal, honkbal en judo-verenigingen. Allround sporten trok mij. Vanaf mijn 55e zijn mountainbiken, wandelen, zwemmen, kano’ en, skiën, schaatsen, floorball (vorm van indoorhockey) en indoor-baseball mijn favoriete sporten. Anno 2018 beperk ik me tot de eerste drie sportvormen. Doseren voor is kunst en noodzaak. In het kader van het project '55-plus Sport & Leefstijl' zijn door vele kartrekkers en coördinatoren, ook vele ’55-plus clubs’, lokaal en landelijk, opgezet. Daarmee is een 'club', OLDACTION genaamd, in 2009 begonnen. Van 2009 tot en met 2013 probeerde ik 'lokaal model van een kartrekker' te zijn. Tegelijk hebben vele andere kartrekkers en coördinatoren landelijk de clubvorming als sociale innovatie op sportgebied voor de 55-plusser gepromoot.
Ontwikkelen doe je samen. Ik promoot niet alleen een actieve leefstijl, maar probeer deze ook in elke levensfase zelf in praktijk te brengen. Optimaal 'Bewegen' en 'Ontwikkelen' verandert immers steeds naar aard en inhoud maar niet in essentie. Sporten doe je op je twaalfde, veertigste of zeventigste. De vorm en de 'wijze van deelnemen' veranderen, maar niet de beleving van 'ik of wij sport(en)'. Samenwerken in 'clubs' of groepen, die onderling sterk naar niveau kunnen verschillen, maar niet naar interesse, en elkaar daarbij willen begeleiden of coachen, draagt bij aan dat gemotiveerd en actief ontwikkelgericht bezig zijn. Het bevordert een langer en gelukkiger leven en het vitaal ouder worden. In samenhang fysiek, sociaal-affectief en cognitief handelen vereist wel dagelijks op eigen niveau c.q. mogelijkheden afgestemd investeren in jezelf, in de relaties met …. en inclusief inspireren van anderen, én in omgevingen. Dat zorgt voor activerende werk-, zorg- en ontspannende, ontwikkelomgevingen.
Zoals uit deze OLDACTION-site blijkt, zijn praktijken en theorieën in verschillende projecten door vele groepen ontwikkelaars-onderzoekers getoetst. ‘Actief leren onderwijzen’ en ‘Actief leren leven, sporten en ontwikkelen’ zijn elkaar opeenvolgend in publicaties en pdf-bestanden beschreven. Het was gericht op: de Lichamelijke Opvoeding in het voortgezet onderwijs, de opleiding van vakleraren LO, jeugd(spel)sport coaching en training en actieve leefstijlontwikkeling van 55-plussers. Hoe programma’s én methoden – de bewegings- en sportdidactiek - in de praktijk werken is, voor LO en de (jeugd én 55-plus)sport, het meest relevant. Didactisch ontwikkelingsonderzoek vond en vindt te weinig plaats. Het ontbreekt vaak aan geld, tijd, interesse, noodzaak en instituten die dit willen uitvoeren. Vooral lerarenopleidingen in het hbo hebben de expertise hiervoor in huis als de opleiding voor leraar LO of sportmanager studenten wil scholen voor levenslange ‘actieve leefstijlontwikkeling’. Met onze projecten heb ik in de afgelopen twintig jaar in deze lacune proberen te voorzien.
Ik heb van veel collega’s – op verschillende niveaus en werkgebieden - geleerd. Je staat immers meestal 'op de schouders van voorgangers en medestanders'. Ontwikkelen hangt van jezelf af, ook als kartrekker en een club mensen. Leren en ontwikkelen vraagt in ons geval om didactische kennis en kunde over methoden: een leren hoe te leren en te ontwikkelen én hoe je anderen leert hoe te leren - ofwel coacht of begeleid. Beter zelfstandig functioneren, een leven lang, door jezelf en anderen fysiek, sociaal en mentaal te blijven ontwikkelen. Ik wens u dat geluk van harte toe.
Voor applaus moet je het niet doen! was in 2007 de titel van één van mijn boeken. Mijn redenen voor het kiezen van deze titel waren….
1 Ontwikkelen doe je door een individueel én collectief diepgaande studie en analyse van een leefgebied. Dat leefgebied is hier: het leren en ontwikkelen/didactisch handelen op het vakgebied van de lichamelijke opvoeding en de jeugd- en 55-plus-sport in Nederland. Het is toch vanzelfsprekend dat je zo’n actie optimaal uitvoert. Dat is – vinden vele betrokkenen die het hebben ontwikkeld en onderzocht - in twintig jaar ook gelukt. Zo’n persoonlijke ontwikkelingservaring geeft veel genoegen en dan heb je geen applaus van anderen meer nodig. Slechts constatering: ‘we hebben de kar samen goed getrokken’, volstaat.
2 In het algemeen is onderzoek naar hoe leren en ontwikkelen op de genoemde gebieden optimaal vorm en inhoud kan krijgen, is in de afgelopen vijftig jaar uiterst mager. Ook mbo en hbo-opleidingen op het gebied van lichamelijke opvoeding en (jeugd)sport doen geen noemenswaardig didactisch ontwikkelingsonderzoek. Leren en ontwikkelen is meer dan trainen. Door trainen verhoog je de conditionele-fysieke coördinatievoorwaarden voor het sporten. Door leren, leren hoe te leren en leren hoe je anderen beter leert sporten verhoog je de mentale coördinatievoorwaarden. Die komen in de lichamelijke opvoeding en de jeugdsport in het algemeen nog steeds te weinig aan bod.
Universitaire opleidingen sport(gezondheid)- en of bewegingswetenschappen hebben alleen interesse in het trainen van topsporters. Daarvoor komen financiën ter beschikking. Het Mulier Instituut in Utrecht voert vooral theoretisch en praktisch beschrijvend institutionele, regionale of landelijke ontwikkelingen op sport- en scholingsgebied uit. SLO, Instituut voor Leerplanontwikkeling, levert plannen of programma’s voor schoolvakken – zoals LO - voor de langere termijn en voor basis en voortgezet onderwijs. Een meer sportgericht gedifferentieerde ontwikkeling (meer op schoolniveau én individuele maat) ontbreekt nog steeds. In ‘het land van de blinden is eenoog echter koning’.
Scholing in gebruik door de met deze plannen/programma’s werkende professionals is – als het al wordt gedaan – te gering, maar er is ook relatief te weinig interesse voor. Ook hier ontbreekt het ‘applaus van de professionals’ die ermee moeten werken. Het wordt voor kennisgeving aangenomen en enige kritische reflectie ontbreekt.
3 Is de belangrijkste reden. Het ontwikkelings- en onderzoekniveau van de professionals (vakleraren LO, sporttrainers en sportleiders) in opleiding en nascholing is onvoldoende. Ook dat wordt al vijftig jaar geconstateerd. Gelukkig zijn er ook uitzonderingen. En ja…die applaudisseren wel.
Op deze OLDACTION- site is van 1998 tot en met 2018 ongeveer twintig jaar ontwikkelingsonderzoek op het gebied van ‘Actief Leven’ beschreven.
Van 1998 tot 2010 stond ‘Actief leren onderwijzen’ voor LO, jeugdsport en opleiden van vakleraren LO, centraal.
‘Sport op maat’ (2010) en ‘Activo’s doen het ‘anders’…’(2012) markeren de overgang naar ‘Actief leven, bewegen/sporten en leren/ontwikkelen’ (2010-2020) en het project ’55-plus Sport & Leefstijl’ (2010 tot en met 2016). Parallel hieraan is voor MBO (CIOS/Sport & Bewegen) en HBO-(ALO) studenten een inhoudelijk programma opgesteld. Zie WERKWIJZE OA-CLUB.
Maar …. ontwikkelen houdt nooit op. Het investeren in jezelf, in de relaties met … en het inspireren van ….anderen, in omgevingen, gaat door. Veranderen is niet te stoppen en dat motiveert mij/ons als je daarmee de samenleving c.q. het bestaan er beter door begrijpt. Ook opvattingen en inzichten passen zich aan. Vandaar dat kernartikelen op deze site regelmatig tot 2020 zullen worden geactualiseerd. Aan de toegevoegde versieaanduiding kunt u het moment van wijziging zien.
|
|