Atletieksporten
Afdrukken print contact contact lettergrootte:standaard groot

Atletieksporten

Van 35 tot 55 jaar: atletiek bij voorkeur duuractiviteiten, oriëntatielopen en zwerftochten. Tot 75 jaar: bij voorkeur kortere duuractiviteiten, oriëntatielopen en zwerftochten. Aanvankelijk competitie- en wedstrijdgericht en later meer recreatief-belevingsgericht. Dominante motieven: bewegen om te presteren, bewegen om het bewegen en bewegen om fit te blijven. In het algemeen biedt de activiteit een matig intensieve en optimale inspanning. Coördinatieniveau 1. Zie bij intro.

Baanatletiek. Van het lopen, springen en werpen blijft na je 35e vooral het duurlopen over. Sprinten, springen en werpen vereisen explosieve acties en zullen geleidelijk achterwege blijven. Duurlopen omvat 1500m, 3, 5 en 10 km, veld- en boslopen. Bij de middellange afstand tot 3 km speelt zowel de anaerobe als de aerobe energiestofwisseling een rol. Bij het lopen van lange afstanden is vooral de aerobe energiestofwisseling (met zuurstof) van belang. De kans op verzuring van de spieren is dan het kleinst.
Snelwandelen over 10, 20 en 50 km is een grensgeval tussen atletiek en wandelen. Karakteristiek is dat er voortdurend bodemcontact moet zijn, waardoor vlakke passen ontstaan, waarbij de hiel als eerste grondcontact maakt en de knie gestrekt wordt.
Nordic walking met gebruik van stokken ter ondersteuning zorgt voor een dynamische manier van wandelen, waarbij ook je bovenlichaam actief meedoet. Sportief en relatief snel wandelen wordt tegenwoordig ook in de atletiekvereniging gedaan.
Zwerftochten of oriëntatietochten kunnen ook uitsluitend wandelend worden afgelegd met behulp van kaart en kompas of door gebruik te maken van GPS, global positioning. In dat geval hoort de sportvorm bij de wandelsporten. In veel plaatsen zijn groepen wandelaars onderling, als particuliere sportclubs, wekelijks actief.
Hardlopen kan ook kenmerkend zijn voor het oriëntatielopen met kaart en kompas (of GPS) of zwerftochten en al of niet met opdrachten onderweg. Ook in run-bike-runs en survivalruns over hindernissen is hardlopen een kernactiviteit.
Het lopen in een wedstrijd, zoals bijvoorbeeld halve marathons, vereist veel training en een geleidelijke opbouw van enkele maanden. Afwisselend lopen, wandelen en opdrachten uitvoeren kun je langer volhouden mits het ontspannen in een relatief rustig en ontspannen aanvoelend looptempo gaat. Bij het lopen in een groep is het kennen van je eigen ideale looptempo belangrijk.
Trimmen is vaak een combinatie van hardlopen en conditiebevorderende oefeningen. Een mix van gymnastiek en fitnessvormen. Joggen is daarentegen rustig en sjokkend hardlopen.
Triatlon is een combinatiesport en bestaat achtereenvolgens uit zwemmen, fietsen en lopen. De hele triatlon bestaat uit 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42,195 kilometer hardlopen. De triatlon kent verschillende vormen: de halve, de kwart en een achtste triatlon. De volgorde van de activiteiten ligt vast en worden achter elkaar, zonder pauze, uitgevoerd. De tijd die nodig is om van uitrusting te wisselen en zich naar het volgende onderdeel te begeven, telt mee voor de eindtijd.
In de moderne vijfkamp vormen lopen en zwemmen de voor succes cruciale onderdelen. Het is een combinatiesport met daarnaast schermen, paardrijden en schieten. Van oorsprong kent de moderne vijfkamp een militaire achtergrond.