Fiets- en fitness-sportenFietsen is in principe tot je 85e jaar mogelijk. Misschien nog wel langer. Het rereatief-belevingsgerichte aspect overheerst. De dominante motieven kunnen zijn: bewegen om te presteren, bewegen om het bewegen zelf, bewegen om fit te blijven en/of ook samen bewegen. De inspanning, matig intensief/gemiddeld, kan goed worden gedoseerd. Coördinatieniveau 1.
Dagelijks fietsen, wisselend in duur en snelheid, is aan te bevelen. Het tempo wordt aangepast aan het eigen gevoel en de weers- en terreinomstandigheden. Bij het crossen over mulle paden is het dragen van een helm aan te bevelen. Fietsen kent vele (sport)vormen. Zo zijn er toerfiets-, mountainbike- en racefietstochten die je alleen of samen in een groep kunt uitvoeren. Voor toertochten zijn op steeds meer plekken in het land knooppuntroutes te maken. Op de knooppunten zelf tref je routekaarten aan. Informatie is op de verschillende sites te vinden. Naast een fietsvierdaagse kan als proef aan een Drentse ATB-vierdaagse worden deelgenomen. Mountainbiken komt vooral als wedstrijdsportvorm voor. Binnen offroad triatlon komt het vrij mountainbiken voor in combinatie met hardlopen, zwemmen, skeeleren, schaatsen en langlaufen en als zomer- of wintervariant. Adventure racen is een combinatie van mountainbike, oriënteren en hardlopen, kanovaren of kajakken of run en bike met hindernissen. Het parkoers, de onderdelen, de afstanden en de omgeving zijn grotendeels onbekend. Een deel van het parkoers moet zelf worden gekozen. Deze sportvariant wordt meestal uitgevoerd in teams van twee tot vijf personen die allemaal moeten finishen. Dit is tot ongeveer je 45e geschikt. Bij het toerracefietsen staat het uitrijden van een tocht voorop. De groepen worden op snelheid samengesteld. Meestal varieert deze van 22-30 km per uur. De lengte van een toertocht loopt van tachtig tot driehonderd kilometer. Er zijn ook meerdaagse tochten. In veel plaatsen zijn groepen fietsers te vinden die als (particuliere) sportclub wekelijks samen en op elke fiets (gewoon, electrisch, fitnessbike e.d.) actief zijn. Gemiddeld rijden ze 40 km met een snelheid van ongeveer 17-21 km per uur. Afspraak is: iedereen moet met enige inspanning kunnen volgen! Fiets je alleen, met een electrische fiets en wil je de belasting optimaal houden dan zul je de afstand moeten verdubbelen. Dan geen 40 maar 80 km. Fitness-sporten. Fitness is tot 75 jaar te beoefenen. In toenemende met nadruk op uithoudingsvermogen en coördinatie. Het recreatieve-belevingsgerichte aspect overheerst. De dominante motieven kunnen zijn: bewegen om te presteren, om te showen, om het bewegen zelf en, uiteraard, om fit te blijven. De inspanning (vooral kracht of uithoudingsvermogen) is bij voorkeur matig intensief, maar kan ook af en toe hoog intensief worden gemaakt. Coördinatieniveau 1.
Fitness is een divers geheel van activiteiten op, aan en met toestellen, conditieoefeningen staande (steps) en op de grond (callanetics) en kan individueel worden gedaan of samen in een groep. Fitnessvormen tref je ook in het water aan zoals aquafitness, aquajogging en aquarobics (zie waterdsporten) of in combinaties met bewegen op muziek zoals aerobics, streetdance, steps, zumba en poweryoga (zie danssporten). Het verbeteren van fysieke basisvoorwaarden zoals bijvoorbeeld (snel)kracht of uithoudingsvermogen staat centraal. De oefeningen zijn bewust relatief eenvoudig om het effect op één van de fysieke basisvoorwaarden zo optimaal mogelijk te laten zijn. Na een intake kan iedereen een trainingsprogramma-op-maat krijgen. Fitness wordt ook vaak gedaan om af te vallen (bodyplan of bbb: benen, billen, buikspieren). Bewegen op toestellen doe je bij running op een loopband, spinning (fietsen op een hometrainer) en roeien met verschillende weerstanden. Fitness is aan te bevelen als om welke reden dan ook bepaalde spiergroepen in functie sterk verminderd zijn Gericht trainen kan dan tot verbetering leiden, zoals: bodyshape (spierversterkende oefeningen voor het hele lichaam), bootcamp (met trap- en stoottechnieken en elastieken), pilates (elegant bewegen met vloeiende en beheerste bewegingen). De benamingen, alsmede de inhouden, veranderen regelmatig. Aerobics gebeurt in groepslessen waarbij de nadruk ligt op het doen van gezamenlijke bewegingen op muziek. Fysiek gezien is het een cardio-workout, gericht op het verbeteren van het uithoudingsvermogen. De muziek helpt om op het ritme langer vol te houden. Afhankelijk van de grootte van de sportschool zijn er aanvullende wellnessmogelijkheden, zoals zonnebank, sauna, massage en sportcafé. Een van de laatste ontwikkelingen binnen fitness is E-finess. De E staat hier voor elektronisch en samen met het woord fitness betekent het dat je je inspant, maar dat de computer je ondertussen vermaakt of je begeleidt bij het uitvoeren van je workout. Er bestaan dansspellen, waarbij je op een plaat gaat staan en de bewegingen volgt die de computer dicteert. Ook een leuke toepassing is E-fitness op een hometrainer waarbij je via een groot computerscherm door zonnige alpenweiden fietst en ook daadwerkelijk de tegenwind, steile hellingen en andere hindernissen ervaart. E-fitness is ook de Ninteno Wii. Een spelcomputer met zogenaamde controllers, waarvan de locatie, door sensoren, in de ruimte geregistreerd wordt. Zo kun je allerlei sporten zoals golfen, bowlen, boksen en tennissen doen. Je maakt echte bewegingen die bij de sport horen en je ziet direct je resultaat.
Tijdens een training cardiotennis draag je tijdens de training een hartslagmeter zodat je de eigen hartslag in de gaten kunt houden. Aan het einde bepaal je hoeveel calorieën je in dat uur hebt verbruikt. Cardiotennis doe je in een groep en in principe altijd op de tennisbaan. Je begint met een korte warming up, dan volgt de workout zelf, en je sluit af met cooling down. Er wordt bij voorkeur getraind op muziek. Dat is voor de sfeer en om het tempo van de bepaalde oefening aan te geven. Je inspanning kun je wel doseren als de groep qua inspanningsniveau c.q. conditie redelijk homogeen is.
Medische fitness is gekoppeld aan fysiotherapeutisch handelen. Veel sportscholen werken samen met fysiotherapiepraktijken. De behandeling kan door de sportschool worden overgenomen of de fysiotherapeut is zelf in de sportschool aanwezig. Je bent niet direct aan het fitnessen, maar je doet bepaalde oefeningen in opdracht van je therapeut. Die zijn gebaseerd op het te revalideren deel van je lichaam. Na een hernia bijvoorbeeld, krijg je oefeningen om dat specifieke gedeelte van je rug weer sterk en gezond te krijgen. In steeds meer fysiotherapiepraktijken is een zaaltje als fitnessruimte ingericht.
|