Gymnastiek, turnen en klimsportenGymnastiek kan tot je 75e jaar worden beoefend. Eenvoudig springvormen tot je 45e en zwaaien en draaien aan ringen en trapeze tot je 65e. Het recreatief-belevingsgerichte aspect overheerst. De dominante motieven kunnen zijn: bewegen om te presteren, om de spanning te beleven van wel of niet lukken, om te showen, om het bewegen zelf, om fit te blijven en/of om het samen bewegen. De inspanning kan variëren van licht (gemiddeld) tot matig intensief (optimaal). Coördinatieniveau 1 of 2 (zie intro).
Gymnastiek is recreatief bewegen en turnen is de wedstrijdvariant op, aan en over toetstellen. Sportgymnastiek bestaat uit zes bewegingsvormen. In de (1) conditiegymnastiek gaat het om bewegingsvormen waarvoor je enige coördinatie, maar vooral lenigheid en spierkracht nodig hebt. (2) Spelgymnastiek bestaat uit spelvormen met en zonder bal, maar in ieder geval gericht op het samenwerken. In het verleden werden die spelen ‘groene of coöperatieve spelen’ genoemd. (3) Gymnastiek op muziek bestaat uit jazz en aerobicachtige bewegingsvormen. (4) Toestelgymnastiek is het zwaaien en draaien aan bijvoorbeeld ringen en eenvoudige springvormen op en over toestellen. (5) Acrogymnastiek omvat balanceren op vaste en bewegende grondvlakken (zie onderstaande foto's) en het jongleren met verschillende materialen. Het omvat dynamische elementen van wat vroeger partneroefeningen werden genoemd en/of de meer statische balanceeractiviteiten met 2, 3 of meer personen. (6) Ontspanningsgymnastiek tenslotte, bestaat uit een bewust, rustig en ontspannen innemen van houdingen en het uitvoeren van bewegingen. Kenmerkend voor de uitvoering van al deze zes gymnastiekvormen is het streven naar een fysiek optimale belasting. Als je 55 of ouder bent is de gewenste gemiddelde inspanning op 75% van je persoonlijk maximaal kunnen (vandaar dat optimale) t.a.v. uithoudingsvermogen, kracht, lenigheid en/of coördinatie e.d. Ieder moet zich dus op eigen niveau kunnen en willen belasten. Sportgymnastiek biedt alleen optimale ontwikkeling, als je er minstens drie keer per week minimaal een uur samen mee bezig kunt zijn. En je voor jezelf thuis op de overige dagen, een half uur per keer, bewegingsvormen uit categorie (1), (5) of (6) toepast. Je moet er wat voor willen doen.
Zie ook M(eer)S(port)v(oor)O(deren) (MSvO) en sportgymnastiek Soms zijn er ook aparte uren mensen met een fysieke handicap of chronische ziekte.
Klimsporten
Klimmen is een sport die veel kracht vraagt. Tot je 55e zal dat geen probleem zijn. Het recreatief-belevingsgerichte aspect staat voorop. De dominante motieven zijn: bewegen om te presteren en/of om de spanning en het avontuur. De inspanning varieert van matig tot hoog intensief. Coördinatieniveau 2 (zie intro). Veel sporthallen hebben tegenwoordig de beschikking over een klimwand waarop met verschillende moeilijkheidsgraden kan worden geklommen. Klimmen of abseilen wordt vaak in hikes of zwerf- en survivaltochten opgenomen. Begbeklimmingen vereisen specifiek materiaal en veel oefening. Bergwandelingen geven een toeralternatief met variërende inspanningen. Er kunnen ook meerdaagse tochten door de bergen worden gemaakt. In veel gevallen is de begeleiding van een gids nodig.
|