Wandelsporten

Wandelen kun je tot ver in je 90^e jaar uitvoeren. Het is vooral een recreatief-belevingsgericht gebeuren. De dominante motieven zijn: bewegen om te presteren, bewegen om het bewegen zelf, bewegen om fit te blijven en samen bewegen. Er is sprake van matig intensieve inspanning. Coördinatieniveau 1.
Wandelen doe je buiten. Je kunt zelf je tocht kiezen of aan een georganiseerde tocht deelnemen die dan vaak de mooiste plekken in de natuur in een gebied doorkruist. Je kunt ook als lid van een wandelclub aan tochten deelnemen. Wandelen bouw je rustig op. Jezelf aan een trainingsprogramma houden, is aan te bevelen. Variatie in de te lopen afstanden en wandelplekken werkt stimulerend. Een trainingsprogramma zorgt voor een geleidelijke verbetering en het kunnen uitlopen van een langere wandeltocht of meerdaagse tochten zoals die van Apeldoorn en Nijmegen.