55-plus Ontwikkel- c.q. studieclubs in periode 2011-2013.

 

Behalve 55-plus sportclubs kun je ook het bestaan begrijpen van 55-plus studie- of ontwikkelclubs, praat- en doe- of kennis café’s en hobby- of culturele clubs (op het gebied van: schaken, bridge, toneel, cabaret, muziek, zang e.d.). De motivering voor in dit geval de ontwikkelclubs is de volgende…..

 

‘De nieuwe generatie senioren, geboren in de jaren veertig, vijftig en begin zestig, zoekt naar een andere ‘goede’ manier van ouder worden. De samenleving is veranderd, wij ook en daarom is een nieuwe eigen positiekeuze wenselijk. Fysiek en mentaal actief, gezond en zinvol willen leven; midden in de samenleving blijven staan; zelfontwikkeling en netwerken, zijn mogelijke invullingen. Het is belangrijk dat we hierover van gedachten wisselen en een gezamenlijk idee ontwikkelen om onze tijdbesteding (nog meer) optimaal vorm en inhoud te geven.  

Met dit doel houden we, afwisselend op een woensdag- of vrijdagavond, om de veertien dagen en van januari t/m april 2012, het ‘Praat en Doe café over Actief, Gezond en Zinvol leven’. Het is het vervolg op de succesvolle eerste ‘Café-versie’ in 2011. Samen creëren we een interactieve cursus. Elke avond komt een ander thema aan bod dat door een inleider wordt opgestart. Thema’s zijn onder andere: Optimaal leven, optimaal presteren!? Investeren in jezelf, in de relatie met anderen en in omgevingen om ‘midden in de samenleving te kunnen (blijven) staan’! Gezondheid is vooral preventief handelen en je gezond voelen!     

Iedereen van ongeveer 50-55 tot 70-75 jaar, maar ouder of jonger mag ook, die actief wil meedenken en (zich) ontwikkelen, kan meedoen. We sluiten aan bij uw ervaringen, vragen ons vervolgens af ‘wat we hiervan kunnen leren’ en hoe we de verkregen informatie in ons eigen bestaan kunnen toepassen’. 


Een programma

Thema 1. Identiteit en levenskunst na je 50e o.a. op het gebied van werk.
2. De betekenis van denken, voelen, handelen en waarderen in samenhang voor je gezondheid. Ofwel: het ontspannen functioneren als lichamelijk en geestelijke eenheid.  
3. Investeren in de toekomst om midden in de samenleving te (blijven) staan, maar wel onder een eindig perspectief. Over opvattingen, overtuigingen of waarde gebieden op het gebied van werk.  
4. Zelfontwikkeling en samenwerkend leren. Zorg om elkaar hebben.  
5. Gezond voelen tussen norm en daad. Zoeken naar je grenzen op het gebied van ontspanning en werk.  
6. Ontspannen en genieten op elk leefgebied (werk, zorg, ontspanning, ontwikkeling).  
7. Inspirerend met elkaar communiceren.     

8. Ontwikkelingsbeeld op het gebied van werk, zorg en ontspanning. Wat zegt dit over mijn persoonlijke identiteit? Door de deelnemers zelf in te leiden.  


STUDIECLUBS

Vanaf januari 2012 is een aanvang gemaakt met een drietal studieclubs. Een vervolg op het Praat- en Doe café ‘Actief, Gezond en Zinvol Leven’ van 2011. Maar ook zonder die ervaring kunt u rechtstreeks op de studieclubs intekenen. Elke studieclub komt één keer per maand bij elkaar en acht keer in een jaar. De inhoud van de avond wordt onderling geregeld. Een club bestaat uit minimaal acht en maximaal twaalf deelnemers. Het gaat vooral om het jezelf (maar ook samen) ontwikkelen. De drie studieclubs zijn: (1) Perspectieven op ontwikkelingen in de samenleving, (2) Gezond ouder worden en (3) Zinvol ouder worden.

Aan de basis van de 55-plus clubs ligt het persoonlijk vermogen jezelf te ontwikkelen. Ontwikkelen is investeren in de toekomst en met name in jezelf, in de relaties met anderen, in omgevingen en in het inspireren van anderen. Ontwikkeling beïnvloedt opvattingen en gedrag.

Met opvattingen (/overtuigingen/waarde gebieden) en gedrag geef je invulling aan je levenskunst. Levenskunst omvat je identiteit van ‘nu’ en gezien de (mogelijk) sterke veranderingen in je leefsituatie, zal je die wellicht willen herdefiniëren. Je identiteit hangt samen met de mens die je wilt zijn in verschillende rollen of functies die je in je leven vervult. Levenskunst is het zoeken naar een ‘leven in balans’ en een ‘vermijden van leven in onbalans’. Je denken en doen, je opvattingen en gedrag/concreet handelen, bepalen of je balans hebt en voelt of niet. Wat betreft je opvattingen of je levensconcept spelen de volgende opvattingen een belangrijke rol.

1. Een actieve, gezonde en zinvolle leefstijl betekent investeren in jezelf, in je relaties met anderen, in je omgeving en in je inspirerend communiceren met anderen. Het wordt ook in onze levensfase van je 50e tot je 100e toegepast op de (leef)gebieden zelfontwikkeling, werk, zorg en ontspanning. Deze zijn nu anders van belang dan in de 2e levensfase het geval was en gezien de maatschappelijke ontwikkeling ook wat probleemvoller.
2. Fysiek en mentaal Actief leven, Gezond leven en Zinvol leven spitsen we toe op deze ‘leefgebieden in verandering‘ en in het bijzonder voor de nieuwe generatie senioren. Wenselijke opvattingen, overtuigingen, waarde gebieden én acties (taken en activiteiten) ofwel gedrag, komen vanuit de theorie of de praktijk van de deelnemers naar voren. Opvattingen spelen een rol bij het ontwikkelen van jezelf, je relaties met anderen, je invoelend vermogen in anderen (empathie), de omgeving en het inspirerend communiceren met anderen.
3. De toepassingen variëren in mate en aard. Onder andere worden ze geëffectueerd in bijvoorbeeld netwerken of ‘clubs' met leeftijdgenoten, zoals de studie- en sportclubs van PINEL. In alles wat we doen zoeken we ruimte voor persoonlijk optimaal maatwerk om gegeven de eigen mogelijkheden een taak of activiteit zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren.  
4. Actief leven omvat zelfontwikkeling , actief functioneren en dagelijks sporten en bewegen op persoonlijke maat. Gezond leven omvat het voortdurend streven naar gezondheid in denken en doen. Bij zinvol leven onderneem je acties, taken en doe je (positieve/negatieve) ervaringen op. Je zoekt daarbij naar een persoonlijke balans in tijdbesteding en tijdbeleving. Met actief en zinvol leven sta je midden in de samenleving. Dat wil je ook zo lang mogelijk zo houden. Daarvoor is nodig dat je steeds weer opnieuw je kijk of visie op de samenleving, cultuur en gedrag van mensen daarin, bijstelt en deze met anderen vergelijkt.
5. Kennis delen of samen begrijpen, op elkaar afstemmen en toepassen is een vorm van samenwerkend leren en ontwikkelen. Dat ontstaat door relatief complexe problemen op verschillende niveaus en in een takenverdeling binnen een netwerk te analyseren en hiervan een totaalplaatje te maken. Dat vereist dat je jezelf ´veilig´ voelt binnen zo'n netwerk. Die sfeer is primair afhankelijk van de groep zelf. De kartrekker, die deze sfeer  ‘bewaakt'  kan hieraan bijdragen door, indien nodig, sturing te geven.
De kwaliteit van je fysieke en mentale coördinatie speelt bij dit alles een essentiële rol in je leven en is steeds te trainen. Het reguleert (zowel bewust als onbewust) de samenhang in/ van je denken, doen, voelen en waarderen. Door gedrag te spiegelen aan wat anderen daarvan vinden kun je tot meer inzicht in jezelf komen.

Wat betreft je daadwerkelijk gedrag kun je levenskunst bijvoorbeeld omschrijven als: het zo optimaal mogelijk omgaan met eigen kwaliteiten en behoeften. Hiermee probeer je de samenleving, de mens in directe omgeving zo goed mogelijk te bedienen. Hierbij is ook de zorg voor het eigen welzijn en geluk van belang om het door mij nagestreefde doel van ‘meer voor de ander te kunnen betekenen, blijvend en duurzaam(!!) mogelijk te maken. Een genieten van elkaar, maar niet elkaar gebruiken. Maar levenskunst kun je ook zo omschrijven….. Ik wil zo bewust mogelijk blijven werken aan mijn ontwikkeling: (1) door elke dag boeken / artikelen te blijven bestuderen die inzicht geven in mijn geloof en leven als mens, medemens en in mijn relatie tot de samenleving en wat daarin aan vragen en problemen speelt; (2) ik wil dat nog wat beter plannen; (3) door aandacht te blijven schenken aan mijn lichamelijk en geestelijk welzijn d.m.v. wandelen, fietsen, tafeltennis, roeien en goed letten op mijn eetgedrag; (4) ik wil leren me meer te ontspannen en te genieten van het leven als oudere mens, als vader en opa, dit beter in balans brengen met de voorgaande activiteiten; (5) ik wil mij daarbij toch ook bewust blijven van de soms confronterende, maar vaak ook heilzame grens die de ander (dichtbij en veraf) stelt aan mijn mogelijkheden en behoeften/verlangens; (6) Ik denk daarbij aan de spiegel die de ander mij voorhoudt of zijn verhaal en visie waarmee hij mij verrijkt in een (groeps)gesprek of andere ontmoeting; (7) Ik wil mijn netwerken (familie, vrienden, buren, kerkmensen, studieclubs, sportgenoten) goed en soms beter onderhouden.

Ter ondersteuning van het theorie- en praktijkbeeld bij het Praat- en Doe Café en de studieclubs, fungeert het boek: Activo's doen het anders, op maat en zeker na hun 50e . Een praktische filosofie voor een fysiek en mentaal actieve leefstijlontwikkeling (2012). Auteur: dr. Edwin Timmers. Uitgever: ARKO Sports Media, Nieuwegein.  


Opzet studieclubs 2012

In het vervolg op de basiscursus ‘Praat- en doe café over Actief, Gezond en Zinvol Leven’ worden drie studieclubs geformeerd die daarop voortborduren ten aanzien van ‘actief, gezond en zinvol leven’.

Opzet algemeen. Elke studieclub komt één keer per maand bij elkaar. Acht keer in een jaar tijd te beginnen in januari t/m april 2012 (4x) en van september t/m november 2012 (4x). De bijeenkomsten voor studieclub 1 vindt in de tweede week van elke maand plaats, studieclub 2 in de derde week en studieclub 3 in de vierde week van een maand. Het biedt geïnteresseerden eventueel de mogelijkheid om aan meer dan een studieclub deel te nemen. Elke studieclub heeft twee kartrekkers en een vaste of wisselende gespreksleider naar keuze. Een club bestaat uit minimaal acht en maximaal twaalf deelnemers. Een aantal dat een optimaal gesprek mogelijk maakt. Deelnemers kunnen zich voor een, twee of drie cursussen opgeven. Bij elke club waar een over-inschrijving plaatsvindt wordt geloot. Bij een opgave van minder dan acht deelnemers gaan de bijeenkomsten niet door. Er wordt halverwege het jaar een nieuwe werving uitgevoerd. Elk jaar wordt een studieclub in principe opnieuw samengesteld en is aanvulling met nieuwe deelnemers mogelijk. 
Elke club streeft naar optimale zelfontwikkeling van elke deelnemer. Een onderwerp of thema dat aan bod komt wordt zo mogelijk vanuit uit meerdere invalshoeken bekeken. Bij studieclub 1 en 2 zijn de ingebrachte thema’s of problemen vooral algemeen van aard. Bij studieclub 3 zijn die vaak persoonlijk. In ieder geval zowel vanuit een meer theoretische als praktische invalshoek. Bij een eventuele verdeling van taken ter voorbereiding van een thema, wordt van elkaars interesses en mogelijkheden gebruik gemaakt. Dat betekent voor de een: lezen van een (populair)wetenschappelijk boek, voor de ander: verzamelen van informatie op internet of lezen van een themaverwante roman, praten met of interviewen van een deskundige of het gedurende een maand speuren naar themarelevant nieuws in de krant(en) en/of de media. Hiervan wordt – als dat zo wordt gedaan - schriftelijk (maximaal een A-4) of mondeling ter plekke verslag gedaan.

Per studieclub worden afspraken gemaakt over het samenvatten en verspreiden van de informatie. De kartrekkers leveren twee keer per jaar een kort voortgangsverslag.


Studieclub 1: Perspectieven op ontwikkelingen in de samenleving.

De club komt op een nader te bepalen avond in week 1 van elke maand bij elkaar. Op een avond van 19.30 tot 22 uur. Kartrekker(s): …. Locatie: ….

Als je een voorstander bent van een actieve leefstijl, wil je ook midden in de samenleving staan en je dus afvragen ‘wat vind ik van wat mij erg interesseert? En: wat wil of kan ik daaraan doen? Hoe kijken anderen (in de studieclub) tegen een thema aan? Wat kan ik op dit punt mezelf leren en wat kan ik van anderen leren?

Maandelijks staat een maatschappelijk relevant thema centraal. De club kiest in onderling overleg de thema’s, zoekt naar de ontwikkeling van dat thema, geeft een ‘stand van zaken’ en hoe je met een thema zelf praktisch om kunt gaan. Dat speuren gebeurt op basis van krantenartikelen, googelen, raadplegen van (populair) wetenschappelijke literatuur of romans en interviews. Voor de bespreking van elk thema wordt een onderlinge takenverdeling gemaakt. Maar niet iedereen hoeft daarin elke keer actief te zijn. De speurtochten resulteren in een samenvattend verslag van één A4 dat vooraf aan de deelnemers wordt opgestuurd en/of ter plekke wordt toegelicht. Na bespreking en discussie leggen we onze meningen voor dat moment vast. Als een (vergelijkbaar) thema later nog een keer aan bod komt, kunnen we daarop terugkomen. Voorbeelden van thema’s zijn (maar nogmaals we kiezen ze samen): (1) Het nieuwe ouder worden van de ‘babyboomer’, hoe anders gaat dat? (2) Hoe milieubewust willen we leven, als er tegelijk ook wat verdiend moet kunnen worden? (3) Wat zijn de voor- en nadelen van globalisering? (4) Hoe gaan we met de volgende crisissen om en kunnen we ons hier tegen wapenen? (5) Is veilig leven te combineren met onze houding van ‘no risk, no fun’? (6) Is de noodzaak van samenleven met verschillende culturen in Nederland en in Europa haalbaar? (7) Hoe kunnen we het beste omgaan met verschillen in denken en doen binnen onze democratische samenleving ofwel hoe voorkomen we paniek in de polder?  

De aanpak kan als volgt gaan. Elke bijeenkomst proberen we tot een totaalplaatje van een thema te komen. We brengen eerste onze eigen opvattingen, overtuigingen of waarde gebieden op een bepaald gebied in en vergelijken dat in tweede instantie met die van anderen. We proberen de belangrijkste thema-aspecten te benoemen en de overeenkomsten en verschillen daarbij goed aan te geven. Zo mogelijk wisselen we elke bijeenkomst van een gespreksleider. De kartrekkers zijn ook notulist. 

Zowel voor deze studieclub als het Praat- en Doe Café fungeert het volgende boek als leidraad: Activo’s doen het anders, op maat en zeker na hun 50e . Een praktische filosofie voor een fysiek en mentaal actieve leefstijlontwikkeling (2012). Auteur: dr. Edwin Timmers. Uitgever: ARKO Sports Media, Nieuwegein. 


Studieclub 2: Gezond ouder worden.
 
De club komt in week 3 van elke maand bij elkaar. Op een avond van 19.30-22 uur. De eerste avond beantwoordt ieder voor zich de vraag : ‘wat betekent voor jouw gezondheid?’ en wel in de breedste zin. Hiermee hangen lichamelijke, geestelijke, sociale en zingevingsaspecten samen. Welke aspecten zijn voor jou het belangrijkste?

Vervolgens de vraag ‘wat is welbevinden?’ Wat is de relatie met gezondheid? Kan een toestand van welbevinden bestaan, zonder dat je gezond bent? Bijvoorbeeld: Ik lijd aan een ernstige reumatische artritis met flinke pijnklachten en toch vind ik dat ik het goed heb. We proberen meer voorbeelden te benoemen en proberen samen uit te vinden, hoe het eigen welbevinden en zo mogelijk daarmee ook de gezondheid te verbeteren. Ook gaan we na wat we praktisch kunnen doen om gezond te blijven. Een ieder vult voor zich zelf in hoe hij/zij dat voor zich zelf het best denkt te kunnen doen. Wat hij/zij eventueel aan zijn levenswijze kan veranderen om dit doel te bereiken. We discussiëren over de verschillende ‘ontwerpen’ nadat we een aantal eerst schematisch benoemd hebben.

‘Welbevinden’ omvat bijvoorbeeld het volgende: sociale contacten, intellectueel bezig zijn, lichaamsbeweging, huishoudelijke activiteiten en tuin op orde houden/hebben, creatief bezig zijn (koken, tuinieren, kunst maken). Gezondheid heeft veel met welbevinden te maken, maar daarbij kunnen de bij welbevinden benoemde facetten nader gespecificeerd en uitgesplitst worden. Bijvoorbeeld koken niet als creatieve bezigheid, maar gericht op een zo goed mogelijke samenstelling van de voeding/nutriënten, zodat de maaltijd niet alleen lekker is en er aantrekkelijk uitziet, maar ook bijdraagt aan een beter functioneren in het dagelijks leven. Andere gezondheid- gerelateerde problemen die we aan de orde kunnen stellen zijn: hoe ga je om met pijn, psychosomatische aandoeningen, hoe denken wij over doorbehandelen bij ernstige ziekten, euthanasie en hulp bij zelfdoding, opname in een verzorgings- of verpleeghuis of zo lang mogelijk thuis in eigen ‘setting’ met eigen vertrouwde hulpverleners/mantelzorgers blijven wonen.

Werkwijze. De deelnemers brengen onderwerpen in en gezamenlijk besluiten wij welke geschikt zijn om in deze groep zelfstandig te bespreken of, na voorbereiding, eventueel een deskundige bij uit te nodigen. Bijvoorbeeld een SCEN-arts bij het onderwerp euthanasie, een psycholoog-fysioloog bij omgaan met pijn, of een specialist ouderengeneeskunde (verpleeghuisarts) bij opname in verzorgingshuis. Na discussie maken we een samenvatting en voeren een evaluatie uit. Inbreng kan ook worden gezocht bij yoga, tai chi, fysio-, cesar- of muziektherapie. De meest deskundige op een bepaald gebied fungeert als gespreksleider. Een ander is notulist. We kunnen ook praktijkavonden houden om de beleving van een thema meer te benadrukken zoals: sportief wandelen voor ouderen en omgaan met pijn of creatief koken. 


Studieclub 3: Zinvol ouder worden. Over mogelijkheden, moeilijkheden en grenzen.
 
De club komt in week 4 van elke maand bij elkaar. In de achterliggende avonden is wel duidelijk is geworden dat een actief en gezond leven niet alleen met je lichaam heeft te maken maar ook zaak is van je geest. Die twee, lichaam en geest, zijn op elkaar ingesteld en kunnen niet zonder elkaar. En voor beide geldt dat het niet alleen om je gezondheid gaat maar daarin ook om wat je belangrijk en van waarde vindt, wat een bepaalde grote of minder grote betekenis voor je heeft.

 Ik zou mij voor kunnen stellen dat dit uitnodigt tot verdere verkenning. Met dit aanbod wil ik graag een aftrap geven in de hoop dat het aan een vraag beantwoordt. Denk er eens over na of je ongeveer acht keer hiermee bezig wilt zijn. De bedoeling is wel dat ieder er elke keer is, tenzij… Voorshands ligt de gespreksleiding bij mij.
Er zijn een aantal mogelijkheden, maar het lijkt me het beste dat we kiezen voor de volgende werkwijze. De eerste avond inventariseren we met elkaar welke onderwerpen, vragen en problemen op het gebied van zinvol ouder worden de groep in deze periode wil bespreken. Iedere deelnemer heeft wel een waarde gebied waar zijn interesse ligt, een activiteit waar zij het meest zin aan beleeft, of een andere waarde waar misschien meer haken en ogen aan zitten. Bekijken, beluisteren of zelf beoefenen van kunst of waarnemen en beleven van de natuur kan bijvoorbeeld veel voor je betekenen, een hobby of een bepaalde levensbeschouwing geeft zin. Maar misschien zou je toch graag eens met anderen over bijvoorbeeld kunst praten. Om te delen en te leren van elkaar. Wat betekent de waarde medemenselijkheid (zorg, vrijwilligerswerk enz.)? Wat doe je daar zelf aan? Hoe vult een ander dat in? En hoe kun je aan de gewone dagelijkse dingen zin en betekenis geven, of misschien beter hoe kun je die zin die er al in ligt ontdekken?
Als we voorlopig genoeg onderwerpen hebben (er kunnen in de loop van het jaar nog bij komen) wordt er een volgorde gekozen, die in het verdere verloop richtlijn is (met de mogelijkheid van correctie en aanvulling). De gespreksleider geeft een korte inleiding of iemand van de groep doet dat, waarna het gesprek zich ontwikkelt. Dat kan via het spoor van een deelnemer die er erg mee bezig is. Deze deelnemer neemt het voortouw. Het kan ook zijn dat juist een lid die er negatief over denkt begint. De andere deelnemers luisteren, stellen informatieve vragen, leggen hun eigen ervaringen met dit onderwerp ernaast. We verkennen zo op die ene avond een bepaald waarde gebied dat ingekleurd is door één deelnemer maar langzamerhand door de inbreng van anderen en zo mogelijk theoretische verheldering een gezicht krijgt voor iedereen. Een andere invalshoek kan evengoed, namelijk dat iedere deelnemer zijn of haar inbreng heeft en we zo samen een beeld opbouwen en inzicht krijgen in het onderwerp. Langs beide wegen kunnen zowel de mogelijkheden die er zijn als de problemen die sommigen ermee zullen hebben, alsook de eventuele grenzen aan het licht komen. De essentie is dat je er zelf wat aan hebt en van elkaar leert. Het kan ook zonder inleiding, dat hangt van de mogelijkheden van de groep af.

Opzet van Ermelo’s Kennis Café
Na het Praat- en Doe Café over Actief, gezond en zinvol leven is het tijd voor een ander potentieel kennisverrijkingsinitiatief. Een science café- Ermelo, gericht op sociaalwetenschappelijke onderwerpen, is vanwege het benodigde (sponsor)budget niet haalbaar. De opzet van een kennis café is naar ons idee een goede alternatieve aandachttrekker voor de vijftig plus clubs. Een semi- c.q. enigszins populair wetenschappelijk niveau geeft kansen op verdieping. Natuurlijk lopen de drie overige studieclubs dit en wellicht ook volgend jaar gewoon door. In totaal acht bijeenkomsten per jaar.

Het Kennis Café vindt elke vierde donderdag van de maand plaats. Het Café wordt zes keer in totaal gehouden van 19.30 - 22 uur. Locatie: ….

Per avond staat een thema centraal over een maatschappelijk relevante en actuele ontwikkeling. Een thema wordt, voor en na de pauze, in twee korte inleidingen en elk over een verschillend aspecten beschreven. Elke inleiding omvat standpunten pro en contra of een these en antithese en duurt ongeveer vijftien minuten. De inleidingen eindigen met een stelling of vraag voor gesprek of discussie. De deelnemers ontvangen een ‘schema’ van elke inleiding en de stelling of vraag. Aan het begin wordt gepeild wie voor, tegen of neutraal is. Dat herhalen we aan het einde. Een gespreksleider leidt het gesprek of de discussie. We vatten per ronde de meest gehoorde opvattingen en argumenten op de stelling of vraag samen. Dat doen de overige leden van de stuurgroep. Het thema is een week eerder in lokale kranten en op websites aangekondigd.  

 

De thematische inleidingen en de formulering van de stellingen is het werk van een stuurgroep. Deze leest zich goed in, geeft aanbevelingen voor de inleidingen, volgt de gesprekken/discussie en geeft aan het einde van elke ronde een korte samenvatting die naar de deelnemers wordt gemaild c.q. opgestuurd. Per keer spreken we via de mail de organisatie van een avond per mail af en geven we, eveneens per mail, aanbevelingen of commentaar op inleidingen en stellingen c.q. vragen.

De inleiders maken vervolgens eigen keuzes. We regelen onderling per keer de gespreksleiding. Ieder lid van de stuurgroep kan als inleider of gespreksleider op een avond optreden en/of zorgt voor een inhoudelijke samenvatting aan het eind van elke sessie. Door de onderwerpkeuze richten we ons vooral op vijftigplussers. Iedereen is welkom. De toegang is gratis. In de aankondiging vragen we wel of ze zich –vrijblijvend – willen opgeven. We werven ‘vast’ publiek uit de inmiddels gegeven en nog lopende studieclubs. Te verwachten deelname: totaal 15-25 deelnemers per avond. 

 We hebben gekozen voor de volgende thema’s. Titel en grove aanduiding van de inhoud zal lopende de rit definitiever worden. De inleiders regelen dat. Elke bijeenkomst wordt gezamenlijk voorbereid. De inleiders leveren daarvoor een concepttekst aan. Uiteindelijk bepaalt de inleider de tekst. Thema's.....

1
Uw zorg is onze zorg! De nieuwe generatie senioren, die medische zorg en zorg in het algemeen nodig heeft, groeit in omvang. De vraag is nu ‘Hoe kan die generatie in de toekomst bijdragen aan het goed of beter laten functioneren van beide zorgsystemen?’ Of: ‘hoe regelen we het alleen en samen functioneren in en met onze zorg? Wanneer draagt zorg bij aan de kwaliteit van ons leven?


2
Willen we levenslang leven met uitdagingen?  Actief leven kan bijdragen aan lichamelijke en geestelijke ontwikkeling. Het zelfstandig en zelfverantwoordelijk willen handelen houd je, ook na je vijftigste of vijfenzestigste, ‘midden in de samenleving’. Het is van belang om de eigen mogelijkheden en die van een omgeving (werk, zorg, ontspanning en ontwikkeling) op elkaar af te stemmen. Dat kun je spreken van op maat en optimaal (blijven) functioneren. Als we dat willen, hoe doen we dat dan?


3
Perspectieven op de rol van de 55plusser nu en straks! We leven in een dynamische samenleving die onze opvattingen en gedrag sterk beïnvloed. Veranderen we hierdoor ons denken, handelen en voelen? Enkele ‘grote’ problemen (je kunt ze ook crisissen noemen) vragen om opgelost te worden. Willen en kunnen we daarin ook een actieve rol spelen? Kan dat als persoon en collectief, als burgers van Ermelo? Hoe kunnen we daarmee ‘midden in de samenleving’ blijven staan?


4
Hoe word ik meer mens? Emancipatie en ontwikkeling van de nieuwe generatie senioren. Wat betekent voor hen ‘midden in de samenleving blijven staan’? Is solidariteit een kern van hun bestaan? Wat motiveert hen voor de samenhang ‘people, planet, profit’?

Wat is hun biologische en geestelijke bijdrage aan de cultuur? Wat betekent ‘voelen, denken, handelen en waarderen in samenhang ontwikkelen’ bij het fysiek en mentaal actief en zinvol leven?


5
Samenspel tussen meerder- en minderheden! Culturele zingeving speelt op verschillende niveaus ende afstemming levert vaak spanningen op. Ga dus beter met verschillen om. Iedereen heeft recht op hun eigen religieuze en culturele uitingen. Het geeft mensen identiteit. In een democratie beslist een meerderheid, maar wordt er dan wel voldoende rekening gehouden met wat een minderheid wil.

6
Menswaardig leven tot je laatste snik. Wat vinden we als senior een menswaardig bestaan en wanneer vinden we dat niet meer het geval? Hoe gaan we daarmee om? Wanneer vinden we dat ons leven voltooid is?




© Copyright 2009, alle rechten voorbehouden - OldAction - E. Timmers