Basisboek ALO2 voor 55-plus Sport & Leefstijl
Afdrukken print contact contact lettergrootte:standaard groot

OldAction basisboek ALO2 voor 55-plus Sport & Leefstijl

Samenvattend
. De nieuwe generatie, de nu 55 tot 75 jarigen, wil fysiek en mentaal actief leven. Dat is gebaseerd op twee pijlers: dagelijks veel en gevarieerd bewegen-sporten én leren-ontwikkelen. Hiervan geniet je een leven lang. Doe dat wel zelf op maat, optimaal en – vooral - samen in een ’club’. Daarmee blijf je betrokken en ‘midden in de samenleving’.
Het boek is gebaseerd op meerdere ontwikkelingsonderzoeken en publicaties op het gebied van ‘actief leren onderwijzen’. Zie het laatste deel.  
 

Deze tekst is op lees- en planniveau 2 en bestemd voor kartrekker, coördinator en/of leefstijlcoach. Voor het eerste basisboek: zie bij ANDERS SPORTEN.

ACTIVO’S DOEN HET ANDERS, OP MAAT EN ZEKER NA HUN 50e !
Een praktische filosofie voor een fysiek en mentaal actieve leefstijlontwikkeling (2012)

Het boek geeft zowel in theorie als in praktijk de wegen en middelen aan om actief, gezond en zinvol te leven. Een instelling die vooral past bij de nieuwe generatie senioren, geboren in de jaren veertig, vijftig en begin zestig. Actief leven betekent ondernemend, fysiek en mentaal actief zijn. Een leven lang. De kern is gevarieerd en veel bewegen of sporten en veel willen leren en ontwikkelen. Doseren, maatwerk en optimaal functioneren zijn hiermee verbonden.
De opvatting is dat deze nieuwe generatie senioren door hun (levens)ervaring ‘anders’ leeft en ‘anders’ ouder wil en zal worden, dan de generatie voor en na haar. Zo wil ze bijvoorbeeld zo lang mogelijk zelfstandig, optimaal en op maat blijven sporten. Het is bovendien gemiddeld de best opgeleide generatie, die geleerd heeft zelfstandig haar weg te zoeken. Velen van hen hebben nu de behoefte het samenwerkend leren en ontwikkelen in specifieke vijftig plus clubs of netwerken, verder vorm en inhoud te geven. Daarvoor zijn uitdagende of activerende omgevingen nodig die we zelf kunnen creëren.
Het is een vervolg op ‘Sport op Maat’ (2010) waarin het zelfstandig, zelfsturend en zelfregelend sporten, meer op maat en optimaal samen kan worden gerealiseerd. Onmisbaar voor coördinatoren, kartrekkers en deelnemers die in 50-55-plus clubs actief willen zijn. Beide boeken gaan uit van een generatie die meer solidair met elkaar wil zijn in de zin van het samen doen, het elkaar helpen of coachen.
De auteur, dr. Edwin Timmers (1944) was vakleraar Lichamelijke Opvoeding; opleider, directeur en onderwijsontwikkelaar aan de voormalige Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Groningen. Hij is onderwijskundige en vak-/sportdidacticus. In 2008 richtte hij OldAction op. Een groep oud-vakleraren LO en oud-opleiders van ALO’s promoot de actieve leefstijl van vooral vijftig-vijfenvijftig plussers. Zie verder OA-ONTWIKKELGROEP.
ISBN: 978-90-5472-185-7. Omvang: 224 pagina’s.

   
   

Onderstaand treft u samenvattingen aan van de hoofdstukken. In de periode december 2012 tot en met oktober 2014 zijn aanvullingen en bijstellingen op de eerste boekversie gemaakt. Ze zijn opgenomen in onderstaand bestand. Ons ideaalbeeld van deze sociale innovatie is een actieve, ondernemende 55-plusser die zelf zegt .....


‘Ik behoor tot de nieuwe generatie ouderen en ben daarom erg op beleven, leren en ontwikkelen ingesteld. Dit betekent dat ik fysiek en mentaal actief en ondernemend wil zijn op het gebied van (vrijwilligers)werk, zorg, ontspanning en ontwikkeling, zoals ik trouwens al heel mijn hele leven ben. Mijn tijdbesteding en beleving is in balans. Naast mijn gezin, familie en vrienden, stel ik sociale contacten met - onder andere generatiegenoten - in clubs, netwerken of leefgemeenschappen, zeer op prijs. De hiermee samenhangende taken en activiteiten zijn afgestemd op mijn mogelijkheden (op maat). Binnen alle clubs wil ik beleven, leren en – op de langere termijn mezelf en samen met anderen - ontwikkelen. Ik probeer op veel gebieden optimaal te presteren. Het zelf en samen regelen en ontwikkelen van activiteiten, motiveert mij. Ik fungeer zelf als kartrekker of een kartrekker helpt mij daarbij. De groep doet het regelen en ontwikkelen zelf. Door takenverdelingen zorgen we voor gelijkwaardige inbreng van iedereen. We houden rekening met interesses en mogelijkheden van elkaar en proberen een samenwerkend leren en ontwikkelen te realiseren. We helpen en coachen elkaar in de regelmatige ontmoetingen. Optimaal participeren doet een beroep op je (motorisch) doelgericht en (cognitief) strategisch handelen. Het vereist een inspanning op driekwart van het persoonlijk maximaal coördinatievermogen. Dat is ‘matig intensief’. Met deze intenties is ontwikkeling in een sportclub, een studie- of ontwikkelclub en/of een hobby-/culturele club mogelijk. Het geeft ontspanning omdat de activiteit zelf en de wijze van deelnemen mij plezier geven. Dit alles gebeurt in een 55-plus club, waaraan iedereen kan deelnemen: mannen en vrouwen, met verschillen in kennis of ervaring, met goede en matige basismogelijkheden. De groep realiseert samen een (mentaal) veilige, verantwoorde en activerende leefomgeving’.

    
Samenvattingen
Hoofdstuk 1 Naar een actieve, gezonde en zinvolle leefstijl.

Sporten op maat voor is een fundamenteel aspect van een ‘actieve, gezonde en zinvolle leefstijl’ en het ‘anders sporten’ door de nieuwe generatie senioren, die is geboren in de jaren veertig, vijftig en begin zestig. De anno 2013 dus ongeveer 55 tot 75-jarigen. Dat ‘anders sporten’ gebeurt onder de volgende condities: Binnen een specifieke club of netwerk wordt zelfstandig, op maat en optimaal gesport en al samenwerkend gaat het vooral om beleven, leren en ontwikkelen (leren hoe te leren). De sportvorm is in essentie vergelijkbaar is met de wedstrijdsportvorm, maar wellicht ‘anders’ (vier tegen vier voetballen op een klein veld met kleine doeltjes en zonder keeper).
Dat sporten vindt waarschijnlijk plaats in een mixgroep, die bestaat uit mannen en vrouwen, beginners en gevorderden op het gebied van een sportvorm, met goede en matige conditie, gezonde sporters en zij die fysieke beperkingen hebben (inclusief chronisch zieken)’. De groep regelt, ontwikkelt en creëert samen een veranderbare activerende sportomgeving.
Deze wens van de nieuwe generatie is gebaseerd op opgedane sportervaringen en een sportontwikkeling die, vanaf eind jaren zestig, van uitsluitend competitief en prestatiegericht naar ook meer recreatief en belevingsgericht is geworden.
De vraag is nu: hoe organiseren we dat vooral zelf (wel met een kartrekker) en lokaal binnen, maar ook vaak buiten sportverenigingen om? Je sport omdat een sportvorm je aanspreekt en plezier geeft. Op maat sporten is de sportvorm afstemmen op de mogelijkheden van de groep en de individuele deelnemer. Spel- en speelregels zijn veranderbaar mits het sporten onderling gebeurt. Optimaal sporten is het leveren van een ‘matig intensieve’ inspanning - ofwel een inspanning op driekwart van je persoonlijk maximaal vermogen - wat betreft je fysieke en mentale coördinatie. Optimaal is ook een situatie waarin sprake is van beleven, leren en ontwikkelen (leren hoe te leren).

 

Hoofdstuk 2 Actief leven 
Fysiek en mentaal actief leven vereist een totaalaanpak en die ervaring op onderdelen motiveert ieder mens. De sleutelwoorden zijn: zelfstandig, zelfsturend en zelfverantwoordelijk willen zijn. Een actieve leefstijl is gebaseerd op een geheel aan opvattingen, overtuigingen of waardegebieden en gedrag die in samenhang een concept vormen dat je kunt typeren als: ‘actief leven, leren en ontwikkelen’. Het is een praktijktheorie met handelingsaanbevelingen op vele gebieden.

De kern van een actief of ondernemend leven is: bewegen of sporten en leren of ontwikkelen. Daarmee wil je blijvend investeren in je toekomst, voor jezelf en in relaties met anderen, je omgeving en in je vermogen tot een inspirerend en gevarieerd communiceren met anderen. Actief willen zijn gaat samen met een nieuwsgierige, onderzoekende, ondernemende instelling en het graag iets willen verbeteren of vernieuwen. Dat alles zo zelfstandig, zelfsturend en zelfverantwoordelijk mogelijk. Taken en activiteiten stem je op je eigen mogelijkheden af door omgevingen te veranderen. Velen kiezen voor een fysiek en mentaal actieve leefstijl, die tegelijk ook gezond en zinvol is.

Door leren en ontwikkelen los je problemen op. Voor het oplossen van complexe problemen of uitdagingen creëer je een projectmatige aanpak. Zijn er anderen bij betrokken dan is samenwerkend leren aan te bevelen. Een succesvol projectverloop is gebaseerd op: visie hebben, begeleiden, ontwerpen van … en vaardig handelen. Onderzoek naar het maken van activerende beleef, leer- en ontwikkelingsomgevingen hebben de condities daarvoor blootgelegd. Opvattingen en gedrag worden mede door maatschappelijke ontwikkelingen beïnvloed. Ze bieden kapstokken om ‘midden in de samenleving’ te (blijven) staan.


Hoofdstuk 3 Leren, ontwikkelen en veranderen

De kennisbasis is ontleent aan wetenschapsgebieden die interesse hebben in de mens als eenheid van lichaam, geest en omgeving. Daaraan zijn meerdere aspecten te onderscheiden. Zoals de didaxologie van de Lichamelijke Opvoeding en de Sport. Vooral neurofysiologische ontwikkelingen en in het bijzonder hersenonderzoek, heeft onze kijk op die relatie verandert. Leven is een eenheid van denken, handelen, voelen en waarderen. Een toepasselijke metafoor is:

‘Ouder worden is als het beklimmen van een berg. Je klimt van richel naar richel. Hoe hoger je komt, hoe vermoeider en ademlozer je wordt, maar het uitzicht wordt steeds weidser’.

Leren en ontwikkelen is zelfontwikkeling en fundamenteel voor ieder mens. Op maat en optimaal belasten zijn hierbij sleutelbegrippen. De wens is: een ‘éducation permanente’.


Leren en ontwikkelen zorgt ervoor dat we zelf en onze omgeving veranderen. Zelfontwikkeling is een leefgebied op zich, maar speelt ook op het gebied van werk, zorg en, zoals bij het spelen of sporten, ook op het gebied van ontspanning. Ontwikkelen is het steeds beter of steeds meer oplossen van problemen of aanpakken van uitdagingen. Aan de basis daarvan liggen vijf cyclische leerprocessen, die geïntegreerd aan bod moeten komen. Leren en ontwikkelen maakt gebruik van transfer op en naar vele gebieden. Fysieke en mentale coördinatie bij het leren en ontwikkelen van een ‘totaalplaatje’ zoals bijvoorbeeld viool spelen of een sportvorm toepassen speelt een essentiële rol en kun je steeds op het niveau waarop je functioneert blijven verbeteren. Zie voor verdere uitwerking: LEREN & ONTWIKKELEN.


Hoofdstuk 4 Gezond leven

Een actieve leefstijl vereist fysieke en mentale inspanning gericht op het nu en op de toekomst. Het maakt dat je jezelf gezond voelt. Een welbevinden met als prioriteit optimaal gezond willen leven om ziektes en andere beperkingen te voorkomen. Een gezonde leefstijl vermindert of vertraagt het proces van verouderen. Gezond leven en je gezond voelen legt de nadruk op het zelfverantwoordelijk handelen. Jij bepaalt wat dat voor je betekent en in jouw situatie. Het ‘totaalplaatje’ van een actieve, gezonde en zinvolle leven bepaalt die mate. Het is vaak een balanceren tussen gezond en niet gezond leven. Je maakt daarbij keuzes, maar soms bepaalt de omgeving die. Zoals de woonomgeving. Gezond blijven voelen hangt van veel aspecten af. Overheersend is de noodzaak je optimaal fysiek en mentaal te belasten. ‘Optimaal’ wil hier zeggen: (1) dagelijks en regelmatig matig intensief belasten op driekwart van je persoonlijk maximale coördinatievermogen. En (2) in omgevingen waarin je kunt beleven, leren en ontwikkelen. Dat geldt ook bij chronische ziekten en fysieke beperkingen.
Gezondheid is een breed begrip en wordt voor een deel genetisch of erfelijk bepaald. De zelfzorg is het antwoord op de vraag: wat zijn mijn fysieke en mentale grenzen op verschillende momenten en in verschillende omgevingen?


Hoofdstuk 5 Zinvol leven

De mens die voortdurend wil leren, ontwikkelen en veel wil bewegen en sporten (actief leven), vitaal is, zich gezond voelt en aandacht aan de eigen gezondheid besteed (gezond leven), levenslust heeft en verantwoordelijk wil zijn (zinvol leven), functioneert optimaal. Zinvol in je bestaan is de persoonlijke investering in de toekomst en in jezelf en anderen, in je (leef-, werk- en woon)omgeving en in het inspirerend communiceren met anderen. Hoe geef je zinvol leven inhoud en vorm op leefgebieden als zelfontwikkeling, werk, zorg en ontspanning? Het gaat om een goede afstemming tussen activiteiten en taken op deze gebieden en je eigen mogelijkheden respectievelijk je vermogen tot veranderen of aanpassen en/of het veranderen van omgevingen. Een streven naar de eigen haalbare permanente educatie.
De aanname is dat in de transactie tussen de samenleving in een bepaalde periode, de ontwikkelingen in die tijd en het gedrag van de mens als reactie daarop, tot kenmerkende gedragsverschillen tussen generaties leidt. De meeste aandacht gaat hier uit naar de ‘nieuwe generatie’ ouderen, geboren in de jaren veertig, vijftig en begin zestig. Zeg maar de ongeveer de 55 tot 75-jarigen. Welke kwaliteit van leven wil ze en welke perspectieven op de toekomst heeft ze?

Deze generatie heeft enkele collectieve kenmerken die haar gedrag doen onderscheiden van de generaties voor en na hen: sociale mobiliteit, technologie, emancipatie, variatie in samenlevingsvormen, permanent veranderen, verantwoordelijkheid nemen en menswaardig en gelukkig leven of levenskunst, een bepaalde kijk op het ouder worden en kwaliteit van leven. Ze voelt zich verantwoordelijk voor de oude en toekomstig generaties. Ze wil actief participeren op het gebied van zelfontwikkeling, werk, zorg en ontspanning. Clubs, netwerken of leefgemeenschappen van generatiegenoten biedt voor iedereen, ongeacht milieu, opleiding en (beroeps)ervaring vele kansen en ontwikkelingsmogelijkheden.

 

Hoofdstuk 6 Ontwikkelen van tijdbesteding en tijdbeleving

Regelmatig praktijkgericht ontwikkelen en onderzoeken draagt bij aan een systematische ontwikkeling op hoofdlijnen van een theorie over ‘leven’ en de praktische toepassing daarvan. Het omvat strategieën en tactieken of kortweg een aanpak. Het niveau hiervan hangt af van ieders persoonlijke kwaliteiten. Eigen tevredenheid over verloop en resultaat van activiteiten en taken in een projectontwikkeling is het belangrijkste. Systematische ontwikkeling van projecten is aan te bevelen. Zoals hier het concept van ‘actief leven, leren en ontwikkelen’. Actieve participatie zorgt voor zelfontwikkeling en zelfonderzoek. Levenskunst heeft vier pijlers: 1 een actieve, gezonde en zinvolle leefstijl;  2 ‘midden in de samenleving’ (blijven) staan;  3 zelfontwikkeling en dagelijks bewegen, spelen of sporten; 4 het geïntegreerd toepassen van kennis en kunde op een relatief omvangrijk gebied. Zoals bijvoorbeeld alle activiteiten die je benut voor ‘ontspanning’ . Dit alles heeft consequenties voor tijdbesteding en tijdbeleving.  

Een praktische toepassing van CLUBVORMING is de link VOORBEELD CLUBVORMING
. Het andere basisboek 'Sporten op Maat' (2010) is te vinden bij ANDERS SPORTEN. De boeken zijn te koop bij SPORTS MEDIA te Nieuwegein of kunnen worden gelezen c.q. gedownload met behulp van bijgaande pdf-bestanden: pdf-ALO2-dl.1-V2, pdf-ALO2-dl.2-V2, pdf-ALO2-dl.3-V2. De hoofdstukken zijn over deze bestanden verdeeld. 
V2 staat hier voor tweede versie van dit boek. Het omvat de eerste versie plus alle aanvullingen en bijstellingen die in de periode december 2012 tot en met oktober 2014 op deze site en bij deze link, zijn opgenomen.
Als u al in het bezit bent van dit boek, kunt u alle aanvullingen en bijstellingen integraal met bijgaand bestand downloaden:
pdf-ALO2-V1-AANV

Ontwikkelingsonderzoek voorafgaand aan beide basisboeken: van 1999 tot 2010

Aan beide basisboeken is een traject van projecten/ontwikkelingsonderzoek en publicaties op het gebied van Lichamelijke Opvoeding, (jeugd)sport en opleiding van vakleraren LO in de periode van 1999 tot 2010, voorafgegaan. Het is het verhaal van de conceptontwikkeling van ‘Actief leren (en) onderwijzen’. Uiteindelijk is het vertaald in een ‘totaalplaatje’ van ‘sociale innovatie op het gebied van 55-plus Sport & Leefstijl’, zoals te vinden is op deze site.
Kenmerkend voor het concept ‘Actief leren onderwijzen’ , alsmede van het latere ‘Actief leven, sporten en ontwikkelen’, is het creëren van activerende omgevingen, waarin het zelfstandig alleen en samen beleven, (motorisch, sociaal, cognitief) leren en ontwikkelen (leren hoe te leren of leren hoe je anderen iets kunt (aan)leren) essentieel is. Sociaal leren doe door het leren spelen van rollen als aanvoerder, coach, scheidsrechter en/of begeleider/trainer en door het uitvoeren van taken die het samenwerkend leren bevorderen. Het zelfstandig leren en ontwikkelen vereist het kunnen toepassen van schema’s-modellen, werkpatronen-procedures en vuistregels-principes en bij het leren oplossen van bewegingsproblemen c.q. het uitvoeren van bewegingsthema’s. Ter bevordering van het leren en ontwikkelen wordt veel van transfer gebruik gemaakt. Bij het leren oplossen van ensceneringsproblemen c.q. het uitvoeren van ensceneringsthema’s staat ‘leren hoe te leren’, het ‘samenwerkend leren’ en het ‘leren omgaan met verschillen van elkaar’ centraal.
Dat alles is - vanaf 1999 - bij verschillende doelgroepen ontwikkelt en onderzocht. Omgevingen zijn ‘activerend’ als dát ook de persoonlijke waarneming van een deelnemer is en de activerende kenmerken door hem of haar worden herkend en erkend. Activering verandert gedrag en opvattingen van betrokkenen.
Met dit concept is gestreefd naar een relatief compleet, consistent en expliciet geformuleerd geheel van opvattingen en handelingsaanbevelingen. Een theorie die praktisch is toe te passen en een praktijk die theoretisch voldoende is verantwoord. Theorie en praktijk worden in de loop van de tijd steeds beter op elkaar afgestemd. Al ontwikkelend ontstaat op deze manier zowel een meer lokale en een meer algemeen geldige en betere praktijktheorie over bijvoorbeeld het LO-onderwijs op VO-scholen of de (jeugd)sport.

Er is vanaf 1999 met een grote groep vakcollega’s LO, opleiders aan Academies voor Lichamelijke Opvoeding, sporttrainer-coaches en sporters, studenten van een lerarenopleiding en leerlingen in het voortgezet onderwijs, gewerkt aan de ontwikkeling van activerende onderwijsleerwerk/ LO- en sportomgevingen. Het levert beschrijvingen op van organisatie, programma’s, didactische onderwijs- c.q. trainingsmethoden en toets- en beoordelingscriteria van leer- en ontwikkelervaringen (motorisch, sociaal en cognitief). Alsmede de ontwikkeling van zelfstandigheid/ zelfsturend vermogen/ zelfverantwoordelijk handelen van betrokkenen. Het levert een ‘totaalontwerp’ of ´regelconstructie‘ van het ‘actief/ontwikkelend’ leren en onderwijzen  of sporten.

De volgende projecten zijn in de periode 1999- 2007 uitgevoerd:   

 *Van 1999 tot en met 2003 is een (promotie)onderzoek uitgevoerd naar de vormgeving en de effecten van ‘krachtige leerwerkomgevingen van Leraren In Opleiding (LIO’s)’ in een hbo-opleiding, de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Groningen (Timmers, 2003).
Van 2003 tot en met 2007 is door verschillende groepen opleiders, vakleraren LO en sporttrainers vervolgonderzoek gedaan naar de toepassing van ‘Actief leren onderwijzen’ in de Lichamelijke Opvoeding van het voortgezet onderwijs en in de jeugdsport. In de periode vanaf 2004 tot 2007 kreeg dat vorm in de volgende projecten: 

- Ontwerpen van modules voor ‘Actief Leren Onderwijzen’ ten behoeve van stagecoaches bij de begeleiding van ALO-studenten en hun eigen leerlingen.
- Professioneel professionaliseren op basis van loopbaanverhalen van vakleraren en vierdejaars ALO-studenten over de door hen zelf waargenomen professionele ontwikkeling.
- In een netwerk of community of practice leren vakcollega’s van en aan elkaar hoe bewegings- didactisch handelen en actief leren en ontwikkelen gepraktiseerd wordt.
- Evaluatieonderzoek naar de kwaliteit van de Lichamelijke Opvoeding in een landelijke onderzoek door het Mulier Instituut. Vierdejaars ALO-studenten voeren in het kader van een stage een evaluatieonderzoek op hun school uit. Hoe ziet het bewegings- c.q. sportonderwijs in VO-scholen eruit en wat leren leerlingen in LO-lessen?
- Actief leren onderwijzen was van 2000 tot 2010 een internationale onderzoektrend binnen Instituten voor Sport & Lichamelijke Opvoeding onder de noemer: Teaching Games For Active Learning. In een samenwerkingsproject ESEP (universiteiten van Gent, Praag, Porto en de Hanzehogeschool, Groningen) zijn didactische programma’s en leermiddelen ontwikkeld die het zelf ontwikkelen of ‘leren hoe te leren bevorderen’.

Projecten c.q. ontwikkelingsonderzoeken hebben een reeks van publicaties opgeleverd. Concepten daarvan zijn integraal in pdf- bestanden toegevoegd en (gratis) te downloaden bij Experts over Leefstijl, sporten en ontwikkelen:
*Timmers, E. (2003), ‘Krachtig’ opleiden van vakdocenten bewegingsonderwijs. Een onderzoek naar de effecten van een ‘krachtige’ leerwerkomgeving op de professionele ontwikkeling van Leraren In Opleiding'. Proefschrift. Haarlem: De Vrieseborch. Kern: activerende leerwerkomgevingen voor aanstaande professionals.
*Timmers, E. (Red.) (2005), Actief leren onderwijzen. Activerende didactiek voor meer gemotiveerd en actief leren bewegen en sporten. Haarlem: De Vrieseborch. Kern: uitwerking van activerende leeromgevingen voor leerlingen op VO-scholen.
*Timmers, E. & M.J. Mulder (2006), Didactiek voor Sport en Bewegen. Baarn/Haarlem: Tirion/ De Vrieseborch. Kern: actief leren onderwijzen door vakleraren LO en leren sporten door sporttrainers.
*Timmers, E. (2007). Voor applaus moet je het niet doen! Ontwikkelen van (beter) leren sporten en bewegen! Baarn: De Vrieseborch/Tirion. Kern: actief ontwikkelen op het gebied van Sport & Leefstijl.
*Schrijverscollectief HIS (2008). Slim leren hoe te leren spelen of sporten. Schema’s, werkpatronen en vuistregels voor het zelfstandig didactisch handelen. Groningen: interne HIS- publicatie. Kern: het spelen of sporten zelf ontwikkelen. Bestanden zijn in te zien en eventueel te downloaden bij SPORT ONTWIKKELEN.
*(2009). Ontwikkelen van het (beter) leren en sporten op school: van 1970-2010. Over lijnen en relaties in de vakdidactiekontwikkeling van de Lichamelijke Opvoeding in Nederland vanuit een bewegingsonderwijskundig perspectief. Nieuwegein: Arko Sports Media. Kern: ontwikkeling van het beroep van 'vakleraar Lichamelijke Opvoeding (LO)'. 

De kern van de voorgaande publicaties en projecten is het 'actief en zelfstandig (alleen en vooral samen) leren onderwijzen' te promoten en het samenwerkend leren en ontwikkelen te bevorderen. Dat laatste gold ook voor de ontwikkelaars-onderzoekers, vakgroepen en opleidingsteams. Conclusie van het totale ontwikkelingsonderzoek is …

….. ’Het concept Actief leren onderwijzen/ontwikkelen vereist een goede scholing die betrokkenen zelfstandig ter hand moeten willen nemen. De werkwijze inspireert en motiveert zowel vakleraren, sporttrainers als deelnemers zelf. Voor de al ervaren en/of kwalitatief goede (aanstaande) vakleraar LO of sporttrainer kost het verwerven van deze methode twee tot drie jaar aan ontwikkeling. Uiteraard mede afhankelijk van de mogelijkheden van de doelgroep. Coaching op afstand van de lesgevers is gedurende deze periode aan te bevelen. Pas in de loop van een ontwikkelperiode gaan ook de deelnemers meer beleven, leren en ontwikkelen. De opbrengst voor deelnemers, kartrekker en coördinator kan qua beleving, leren en ontwikkeling en in de loop van de tijd aanzienlijk zijn. De mate waarin hangt af van de kwaliteiten/competenties en de mogelijkheden van betrokkenen’…..

Op basis van de projectervaringen zijn de volgende vervolgaanbevelingen van belang. Deze zijn opgenomen in het concept ‘actief leven, sporten en ontwikkelen’ in de periode van 2010 tot en met 2016 en zoals dat op de site is beschreven.

Aanbeveling 1. Zie het als missie: ‘sporters/deelnemer te leren slim, sportgericht en zelfstandig sport-/ bewegings- en ensceneringsproblemen op te lossen’. Het gaat om het leren van in omvang redelijk grote leereenheden, die onder de volgende leercondities plaatsvinden: (1) voldoende tijd krijgen om gedrag in een eindvorm te veranderen, (2) voldoende tijd besteden aan beleven, leren en ontwikkelen, (3) motorisch, sociaal en cognitief leren en ontwikkelen vindt plaatst door leerlijnen op korte en lange termijn aan te bevelen en op basis zelf gewenste bewegings- en ensceneringsthema’s; (4) leren van totaalplaatjes en benutten van transfer uit vroegere sportervaringen.

Aanbeveling 2. Zowel in het dagelijks beweeg- als sportgedrag is variatie (met name voor de coördinatie) belangrijk. Streef naar een zekere breedte of allround-zijn op een bepaald gebied. Door je op een ‘totaalplaatje’ te richten wordt fysieke en mentale coördinatie in samenhang ontwikkeld en ontstaat er meer effect.

Aanbeveling 3. De praktijktheorie voor de kartrekker is ook bedoeld als praktijktheorie voor de deelnemers. Gedrag en opvattingen van de kartrekker inspireert de deelnemers. 

Aanbeveling 4. De projectmatige ontwikkeling van OLDACTION en het concept ‘Actief leven, leren en ontwikkelen’, het op elkaar betrekken van theorie en praktijk, van het spiegelen van praktijktheorieën met een kleine ‘p’ met die van een grote ‘P’, van literatuurresearch en indringende praktijkervaringen, is aan te bevelen. Aanbevelingen gelden voor clubvorming (voor clubs van allerlei aard: 55-plus sportclubs, ontwikkelclubs, hobby en culturele clubs, reisclubs, ….) in het algemeen. De door ons te ontwikkelen praktijktheorie of concept duiden we aan ‘als grote P(raktijktheorie)’ ter onderscheiding van praktijktheorieën ‘als kleine P’’ van 55-plus clubs met hun kartrekkers/coördinatoren. Die laatste vergelijken en analyseren we met elkaar en met onze ‘grote P’ – theorie.